Rouwverwerking is de manier waarop iemand na een traumatische ervaring tot zichzelf probeert te komen. De psychologische effecten van rouw zijn het sterkst bij het overlijden van een geliefd persoon of als iemand beseft ongeneeslijk ziek te zijn, of blijvend gehandicapt.

Counselling kan hierbij een goede ondersteuning bieden.

Waarschuwing: deze pagina bevat informatie en verwijzingen, die u emotioneel kunnen raken.

Rouwverwerking

rouwverwerkingHet is lastig om aan te geven wanneer een verlies verwerkt is, wat de duur van het rouwproces is. Afhankelijk van de ernst van de gebeurtenis en de uitwerking die het verlies op de rouwende heeft, hebben mensen hebben meer of minder tijd nodig. Er is ook geen recept voor hoe iemand uit de gemoedstoestand van rouw  geraakt. Een vuistregel is: ruimte te geven aan de gevoelens zolang ze komen en zoals ze komen.

Bij mensen die niet goed in staat zijn hun verdriet te verwerken -bijvoorbeeld omdat er sprake is van te veel of te heftige gebeurtenissen in een te korte tijd- kan een blijvende depressie, een posttraumatische stressstoornis,  een aanpassingsstoornis, of een burn-out ontstaan. Mensen die niet kunnen wennen aan hun nieuwe omgeving kunnen blijvend heimwee krijgen of melancholisch(weemoedig) worden.

Wanneer de rouwgevoelens lang duren en sterk blijven, kan counselling een goede ondersteuning bieden.

De 5 rouwfasen

De Zwitsers-Amerkaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross heeft zich gespecialiseerd in het begeleiden van stervenden en het verwerken van rouw. Zij onderscheidt vijf fasen die de meeste mensen in hun rouwproces geheel of gedeeltelijk doorlopen. Deze fasen zijn niet bij iedereen identiek en ook niet bij iedereen even intensief. Daarnaast kan de volgorde van de fasen verschillend zijn. De 5 rouwfasen zijn:

1. Ontkenningsfase

Ontkenning is een psychologisch afweermechanisme. In deze fase wordt de waarheid afgewezen. Dit gedrag helpt iemand om de waarheid langzaam tot zich te laten doordringen. Aan het einde van deze fase kan iemand de nieuwe feiten, de waarheid onder ogen zien.

2. Protestfase

Woede (protest) is een ander antwoord op de traumatische ervaring. Mensen zijn in eerste instantie vaak woedend op God. Die woede kan zich bijvoorbeeld uiten in huilen, schreeuwen of een andere vorm van agressie. De eerste woede richt zich ook vaak tegen de brenger van het nieuws, zoals de telefoon, de radio, de arts, de politieagent. Er komen vragen op als: ‘Waarom ik?’, ‘Waarom dit?’ ‘Waarom nu?’, ‘Waarom zoveel?’ en reacties van boosheid als ‘Dit is gemeen!’ ‘Dit gaat te ver!’. Mogelijk zijn er gedachten over het vergelden van het aangedane verdriet of onrecht (wraak), of voelt men zich schuldig  ‘Had ik maar …’.

Vaak probeert men een ander de schuld te geven: de arts, de onvoorzichtige automobilist, had het anders moeten doen. Het is een gezond psychologisch afweermechanisme om de schuld buiten jezelf te zoeken, want door je druk te maken over de schuldvraag ontwijk je het aanvankelijk veel te grote verdriet.

3. (Onder)handelingfase

Als ontkennen en protesteren niet werkt, gaan mensen over tot actie. Mensen stellen zich dingen in het vooruitzicht en zetten zich er toe doelen te bereiken. Mensen vechten tegen het verlies, gaan in de aanval. Ze vechten hun ontslag aan, procederen om hun gelijk te krijgen, verzetten zich tegen een echtscheiding, weigeren zich neer te leggen bij hun eigen dood.

In deze fase blijken mensen in staat om de uitvaart van hun dierbaren in goede banen te leiden.

4. Depressieve fase

Wanneer mensen niet langer op één of andere manier hun verdriet kunnen ontkennen of ontlopen en tegenacties toch niet baten, raken mensen vaak in een depressie. Er is een allesoverheersend gevoel van machteloosheid. Mensen sluiten zich af, weigeren contact of trekken zich terug. Soms worden mensen bang om anderen met hun aanwezigheid ‘lastig te vallen’. Mensen in de depressieve fase stoppen met actief communiceren, proberen anderen te ontlopen, nemen de telefoon niet meer op, melden zich ziek, gaan met hun hoofd onder de dekens liggen. Depressie kan ook leiden tot het ongecontroleerd nemen van pijnstillers, slaapmiddelen, tranquillizers drugs, alcohol, en soms leidt het zelfs tot verslaving.

5. Aanvaardingsfase

Als mensen inzien dat de nieuwe waarheid niet te ontkennen valt en dat vluchten geen zin heeft, kunnen ze hun verdriet op den duur accepteren. Ze kunnen hun leven weer oppakken en opnieuw vorm geven of zich neerleggen bij de eigen naderende dood.

Vaak zijn er duidelijke kenmerken van (be)rust(ing). In deze fase ondernemen mensen acties die constructief zijn en zinvol.

Iemand met een terminale ziekte kan in deze fase bijvoorbeeld met een zekere rust afscheid nemen en iemand die een dierbare heeft verloren kan weer proberen nieuwe contacten te leggen en plannen maken voor een leven zonder de geliefde persoon. Mensen die een nieuwe ‘handicap’ hebben leren accepteren, kunnen een hulpmiddel gaan aanschaffen.

Iemand die ontslagen is kan weer gaan solliciteren, en iemand die een wedstrijd verloren heeft kan de training weer oppakken. Mensen die verhuisd zijn kunnen hun nieuwe omgeving gaan verkennen.

Share